Lucca ligt op een 20-tal kilometer van de luchthaven van Pisa en kan bereikt worden via de snelwegen (A12 - A11 met tol) of via de SS12 (Strada Statale). De stad is volledig ommuurd. Op de stadswallen kan je wandelen en fietsen over een lengte van 4.5 km.
Lucca werd gesticht door de Etrusken. In de tweede eeuw voor Christus werd het een Romeinse kolonie. Ook in die tijd was de stad al ommuurd, maar ze was wel veel kleiner. Het amfitheater lag in die tijd (zoals trouwens gebruikelijk was) buiten de stadsmuren, om de 'hooligans' buiten de stad te houden.
In de middeleeuwen (12de eeuw) werd Lucca een onafhankelijke republiek, een status die het zou behouden tot in de 19de eeuw.
De huidige stadswallen dateren uit de 16de en 17de eeuw en waren vooral bedoeld als verdediging tegen het groothertogdom Toscane, dat in die periode werd gevormd door de vereniging van een aantal stadsstaten. Lucca bleef als enige stadsstaat onafhankelijk. Omdat de kanonnen steeds zwaarder werden moest en de wallen verstevigd worden om zich te verdedigen tegen zijn machtige buur. Ze kregen daarom ook gigantische afmetingen : een totale lengte van 4 kilometer, een hoogte van 11 meter en een breedte van 30 meter. Er waren toen slechts 3 officiële poorten. Aan de oostkant, in de richting van Firenze, werd 'symbolisch' geen poort voorzien. Vreemd genoeg zouden de wallen nooit hun nut bewijzen. Firenze viel Lucca immers nooit aan.
In het begin van de 19de eeuw werd Lucca veroverd door Napoleon, die de stad cadeau gaf aan zijn zus Elisa. Zij vormde de stadswallen om tot een 'stadspark'. Zij legde ook de Piazza Napoleone aan, met het Palazzo Ducale aan de westkant. Het geplande standbeeld van Napoleon kwam er echter nooit. In de plaats kwam het beeld van Marie-Louise van Bourbon.
De stad is een waar openluchtmuseum, de meeste straten zijn autovrij. De voornaamste bezienswaardigheden zijn
- Duomo : de kathedraal werd opgetrokken in Pisaans/Romaanse stijl. Daarbij werd opnieuw rijkelijk gebruik gemaakt van witte marmer. Binnenin zijn er ook gotische kenmerken (het streven naar hoogte en de gaanderijen op de verdieping, vanwaar de dames in de vroeg-christelijke tijd de mis konden bijwonen). Hij is gewijd aan Sint Maarten.
- Aan de voorgevel valt de rechterboog van de gevel door een 'constructiefout' iets kleiner uit.
- In het voorportaal zijn verschillende bas-reliëfs :
- Sint Maarten op zijn paard die zijn mantel scheurt om een deel aan een arme te geven
- Labyrinth, een symbool dat je dikwijls tegenkomt op de Via Francigena (Lucca ligt ook op deze pelgrimsweg naar Rome)
- Kalender met de afbeeldingen van de maanden (midden links), waaronder verschillende verwijzingen naar de wijnmakers.
- Binnenin de kathedraal wordt de Volto Santo wordt bewaard, een kruis van 4 meter hoog met een Christusfiguur waarop Nicodemus de gelaatstrekken van Christus zou hebben aangebracht en dat via een moeilijke tocht uit het Heilig Land in Lucca terecht kwam. Het zou gestrand zijn in een bootje nabij Luni. De bisschop van Luni kon het echter niet aan wal krijgen, iets wat de bisschop van Lucca wel lukte (een fresco met dit tafereel is te zien in de San Frediano). Op 13 september wordt het kruisbeeld in een processie door de stad gedragen.
- Links in de kerk hangt een schilderij (het laatste avondmaal) van Tintoretto waarop voor de eerste maal het perspectief werd gebruikt. Als je van rechts naar links voorbij het schilderij stapt zie je dit effect het best. Je stopt best enkele muntjes in de automaat om het schilderij te verlichten.
- Het orgel werd nog bespeeld door Puccini. Puccini werd geboren in Lucca in familie van organisten (hij behoorde tot de 5de generatie). Puccini werd vooral bekend door zijn opera's. Hij overleed in Brussel maar is begraven in zijn villa aan het Lago di Massaciucollo in Torre del Lago, een plaatsje net ten zuiden van Viareggio.
- Basilica di San Frediano, eveneens in Romaanse stijl (12de eeuw) lag oorspronkelijk buiten de stadswallen. Toen de stad in de 17de eeuw werd uitgebreid kwam deze binnen de stadsmuren te liggen. Ze werd daarbij 'omgekeerd' om te vermijden dat de hoofdingang naar de stadswallen zou gericht zijn. Het altaar van de kerk ligt dan ook niet, in tegenstelling tot wat gebruikelijk is, naar het oosten gericht.
Het hoge middendeel van de voorgevel is een mozaïek in Byzantijnse stijl, die de Hemelvaart van Christus voorstelt. Opmerkelijk is dat in het midden de Maria-figuur werd vervangen door een klein raam met spitsboog.
De basiliek heeft een rechthoekig grondplan. Ze is binnenin rijkelijk bekleed met wit marmer. Er zijn verschillende bezienswaardigheden
- mooie doopvont, versierd met scenes uit het leven van Mozes. Het tempeltje boven de doopvont werd versierd met afbeelden die verwijzen naar de maanden van het jaar.
- Kapel van de Augustijnse orde (aan de linkerkant) met fresco's over San Frediano en de Volto Santo (die momenteel bewaard wordt in de Duomo).
- Kapel van de familie Fatinelli (aan de rechterkant), waarin het gemummificeerde lichaam van het dienstmeisje Zita ligt. Zij was het dienstmeisje van de familie dat brood buiten smokkelde om het aan de armen uit te delen. Toen ze op een dag betrapt werd, vielen er enkel maar bloemblaadjes uit haar schort. Toen ze heilig werd verklaard, werd haar lichaam opgegraven en het bleek verrassend intact. Wetenschappelijk onderzoek wees echter uit dat dit een geval was van auto-mummificatie door een hoog loodgehalte in haar lichaam (dat dan weer afkomstig was van het gebruik van een tinnen servies).
- San Michele in Fiore, met een prachtige voorgevel waarop boven de Heilige Michael prijkt met de pas verslagen draak.
- Torre : in de middeleeuwen telde Lucca zo'n 130 torens. Het waren als het ware kleine kastelen binnen de stadsmuren om zich te beschermen. De ingang bevond zich dikwijls op de eerste verdieping, waarbij gewerkt werd met een losse trap, die 's avonds werd binnengehaald. De torens werden steeds hoger, maar jammer genoeg bleken ze niet stabiel. Paolo Guinigi vaardigde daarom in het begin van de 15de eeuw een wet uit die een maximum hoogte oplegde. Om zijn eigen toren (Casa del Guinigi - 4) toch iets hoger te maken, liet hij er een tuintje op maken.
De oudste torens werden opgetrokken in natuursteen, later werden ze opgetrokken in baksteen. In de Renaissance werden ze dan weer bepleisterd. De bovenverdiepingen van de torre hebben dikwijls kleinere raampjes. Het zijn de ramen van de keukens, die bovenaan in het gebouw geplaatst werden zodat bij brand enkel de bovenkant zou afbranden.
- Piazza dell'Anfitheatro (5), die ligt op de plaats van het Romeinse amfitheater en die de vorm ervan heeft behouden. Het lag oorspronkelijk buiten de stadsmuren. Bij de val van het Romeinse Rijk in de 5de eeuw na Christus werd het gebruikt als steengroeve. In de middeleeuwen werden aan de binnenzijde woningen gemaakt voor de armen, later deed het zelfs nog dienst als gevangenis.
Aan de oostelijke zijde zijn nog enkele originele restanten te zien. Ook de poort aan de oostzijde is nog origineel.
Op onze website vind je al heel wat informatie waarmee je kan nagaan of Cinque Terre echt een bestemming is waar jij wil naartoe gaan.
Heb je beslist om te gaan, dan kan onze reisgids je verder helpen om je reis verder te plannen.