Dit is een reisverslag van Raf en Rita, 2 vrienden en verwoede kampers, die ons met hun reisverslag alvast konden bekoren om volgend jaar eens naar Denemarken te trekken.

Ribe en het eiland Mandø

Ribe is de oudste stad van Scandinavië. De stad werd gesticht in het jaar 710 en werd snel één van de drukste handelssteden in Europa, maar in de middeleeuwen werd ze “gelukkig” een zeer arme stad. Deze armoede zorgde er immers voor dat er geen middelen waren om de stad te vernieuwen, waardoor het stadscentrum vandaag de dag tot één van de best bewaarde en mooiste middeleeuwse centra van Europa behoort.

Om de stad te bezoeken adviseren wij om ’s avonds de nachtwacht te volgen, die nog steeds dagelijks de ronde van de stad doet.

Vroeger gebeurde dit om de straatarme stadsbewoners te beschermen; tegenwoordig is dit een leuke toeristische attractie geworden, die je op een aangename manier de stad laat ontdekken, waarbij de nachtwachter als een ervaren gids gratis uitleg verschaft.

In het centrum van Ribe vind je de Domkerk. Een indrukwekkende kerk met vijf schepen en 3 torens. De domkerk werd tussen 1110 en 1134 in steen gebouwd door bisschop Thure. Er stond wellicht reeds sinds 860 een houten kerk gesticht door Ansgarius (801 - Bremen, 3 februari 865), de Apostel van het Noorden, die de koning van Jutland, Harald I, bekeerde na diens ballingschap.

Indien je de moed kan opbrengen om 248 treden te overwinnen, kan je één van de torens bezoeken, de 52 meter hoge Borgertårnet die dateert van 1333 en zijn spits verloor in 1534. Boven geniet je van een prachtig uitzicht over de streek en over het waddengebied.

Ook het mooie Raadhuis, gelegen naast de kerk, is een bezoekje waard. Buiten het stadscentrum vind je ook 2 interessante musea :

• In Het Ribe Kunstmuseum kan je naast één van de fijnste kunstcollecties van Denemarken nog meer kennis maken met de stad.
• Het Ribe Viking Museum en Viking center laat je weer kennis maken met de geschiedenis van de Vikings.

En vanzelfsprekend ontbreekt het in Ribe ook niet aan allerlei leuke winkels en restaurantjes.

Het Vadehavetcenter (Waddencentrum)

Het Vadehavetcenter, of in het Deens het “Nationalpark Vadehavet” ligt vanuit Ribe nog een eindje naar de kust. Je kan je dus best met de wagen naar het “Vadehavscenter” begeven, nabij het dorp Vester Vedsted.

Een bezoek aan dit hypermoderne centrum mag je absoluut niet overslaan; je maakt er op een unieke manier kennis met het leven van de vogels en de fauna en flora van het waddengebied. Zeer leerrijk en een uitzonderlijke ervaring voor jong en oud.

Vanaf dit centrum kan je eindeloos wandelen langs de dijk die je kan volgen in noordelijke richting tot aan de sluis “Kammerslusen” (5,9 km) en zelfs verder.

Je geniet er van de rust en het prachtige uitzicht op het wad, het eiland Mandø en het landbouwgebied tussen Ribe en de kust.

Mandø en het waddengebied

Bij het Vadehavscenter vinden we ook de unieke tractorbussen, de enige veilige manier voor niet-bewoners om Mandø te bezoeken.

Mandø (ongeveer uitgesproken als: Mèn-eu) is kleinste bewoonde waddeneiland van Denemarken. Het eilandje ligt tussen Rømø en Fanø. Het eiland beslaat 8 km² en er wonen amper 40 mensen. Toerisme en veeteelt zijn de belangrijkste economische activiteiten. Ten noorden van het dorp staat een molen die dateert van 1832.

Het omdijkte eiland is bereikbaar via twee wegen die bij hoogwater niet toegankelijk zijn. Alleen aan de westzijde bevindt zich een duinenrij, de rest van de zeewering bestaat uit een dijk.

Je kan vanuit het enige dorpje dat het eiland rijk is vrij de natuur in wandelen langs de kust van Mandø om nadien te genieten van een eenvoudige, doch lekkere maaltijd en een Deens biertje in de plaatselijke Kro.

En even verderop ontdekten wij ook nog een super sympathiek souvenirwinkeltje, het kleinste dat we ooit hebben gezien, met enkele zelf gemaakte spullen.

Ook een bezoekje aan het plaatselijke kerkje is interessant; ook hier ontdekten we opnieuw enkele indrukkwekkende scheepsmodellen aan het plafond.

Nadien stappen we terug in onze tractorbus om in de regen door het wad terug te keren naar het vasteland.