In de buurt van Noto ligt het natuurreservaat Vendicari. Het beslaat een gebied van 1500 hectare, gelegen langs de kust tussen Noto en Marzamemi. Het moerasgebied bevat enkele meren en bestaat verder vooral uit een duinengordel met een typisch mediterraanse begroeiïng. Het is belangrijk als rustplaats voor de trekvogels op hun tocht van Noord naar Zuid. Wij worden natuurlijk vooral aangetrokken door het kustpad dat het gebied van noord naar zuid doorkruist. In het reservaat liggen ook enkele arceologische resten en restanten van voormalige economische activiteit.
Er zijn vier punten waar je het park kan binnengaan
Voor de vogelliefhebbers is december de beste maand. Wij waren er in juli en op dat ogenblik zijn er zo goed als geen vogels te bespeuren. Toch werden we niet ontgoocheld. Het is een schitterend gebied, met mooie wandelpaden en als top of the bill, een mooi zandstrand zoals wer er in Italië eigenlijk nog geen gezien hebben.
We kozen voor Vendicari als vertrekpunt. Op de SP 19 van Noto naar Pachino is de afslag naar Vendicari duidelijk aangegeven. Er is een ruime parking (je betaalt 3.5 EUR) en een leuke bar aan de parking waar je terecht kan voor een hapje en een drankje. De bewaker aan de ingang van het park heeft geen kaartjes (idem bij de toeristische dienst in Noto - crisis ook bij de toeristische diensten in Italië), we nemen dan maar enkele foto's zodat we ons onderweg kunnen behelpen.
Het pad loopt tussen de twee meren, die er allebei uitgedroogd bijliggen en waar duidelijk de sporen terug te vinden zijn van de voormalige zoutwinning. Het gebied is mooi in percelen ingedeeld en ,in sommige ervan zijn nog duidelijk de witte zoutresten te zien. Enkele vogelobservatiehutten duiden erop dat hier, op andere momenten, toch wel wat activiteit op dit vlak moet te bespeuren zijn.
Zodra we de kust bereiken, wordt onze aandacht getrokken door een bouwwerk dat wel een oude griekse tempel lijkt. Het blijkt echter een voormalige tonijnfabriek te zijn. De tonijnvangst en verwerking was gedurende de gehele middeleeuwen een belangrijke economische activiteit in de streek. Al in het begin van de 18de eeuw trad er echter verval op, zodat de site er uiteindelijk verwaarloosd bijlag. De gedeeltelijke restauratie mag gerust geslaagd genoemd worden. Vlak erachter ligt ook nog de 'Torre Sveva', die deel uitmaakte van een complex aan torens van waaruit de kust bewaakt werd. In de huisjes van de werklieden is een informatiecentrum gevestigd. (gesloten toen wij er na de middag langskwamen).
We vervolgen de wandeling in noordelijke richting, langs een rotsachtig pad, n eens tussen de cactussen, dan weer tussen Mediterraans maquis en vooral met mooie uitzichten op de rotsachtige kust en op de binnenmeren. Het meest noordelijke meer is trouwens nog volledig met water gevuld.
De heuveltjes en inhammen blijven elkaar opvolgen. We geven echter geen krimp en willen toch Calamosche bereiken. Het strand van Calamosche werd immers in 2005 uitgeroepen tot mooiste strand van Italië en hoewel we helemaal geen zonnekloppers zijn, willen we dit toch eens controleren. We worden beloond voor onze inspanning. Het strand ligt in een iets diepere inham, er is een prachtig zandstrand dat langzaam afloopt in zee en nog tientallen meters ondiep blijft, voor één keer is er geen lido (commerciële uitbating) te bespeuren. We hebben gelukkig onze zwemkledij aangetrokken en kunnen aan verfrissende zwembeurt niet weerstaan. Het water is er zo zuiver dat je de visjes rond je kan zien zwemmen.
De foto links hierboven toont het strand van Calamosche. Rechts is het strand van San Lorenzo, ditmaal wel met Lido, maar met dezelfde mooie zandstranden. Wil je naar Sicilië gaan voor een strandvakantie (of een stranddag inlassen), dan kunnen we dit gebied gerust aanbevelen.