Porto is, na Lissabon, de tweede stad van Portugal. Ze ligt aan de noordkant van de Douro en telt een kleine 250.000 inwoners.
Tegenover Porto, op de linkeroever van de Douro, ligt het minder bekende Vila Nova de Gaia. Het is nochtans daar dat de wereldberoemde portwijnen liggen te rijpen. Misschien zijn die zelfs gelukkig dat het er wat rustiger is dan aan de overkant.
Voor ons bezoek met een groep moesten we wat opletten voor de hoogteverschillen in Porto. Dat bleek uiteindelijk wel mee te vallen, mede dankzij de keuze voor onderstaand parcours, dat ons langs de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad moest brengen.
Ons vertrekpunt lag bij de Jardim Do Morro, gelegen bovenop de linkeroever van de Douro. Er zijn enkele openbare parkings in de buurt, onze wagen raakten we dus vrij gemakkelijk kwijt. Het voordeel hiervan is dat je over brug naar de overkant kan wandelen wat meteen al een hele klim bespaart.
De Jardim do Morro is ‘s avonds een populaire plaats, vanwege het uitzicht op de stad met de ondergaande zon op de achtergrond.
Het kaartje hieronder toont een wandeling langs de voornaamste bezienswaardigheden, goed voor een bezoek van 36 uur. Als je langer wil blijven, zijn er voldoende mogelijkheden om nog 2 of 3 dagen te vullen. Tenzij je tijdens je trip ook wat meer van de Douro wil zien, zoals bij ons het geval was.
In Porto en directe omgeving liggen niet minder dan 6 bruggen over de Douro. Twee voor het treinverkeer en 4 voor de wagens.
Dit uitkijkpunt ligt nog op de linkeroever, iets hoger dan de Ponte Luis I. Je hebt er een magnifiek uitzicht op de Port, Vila Nova en de Douro.
Aan het uitkijkpunt ligt het Mosteiro da Serra do Pilar, een klooster uit de 16de eeuw met een ronde kerk. Als je langer verblijf plant in Porto is dit zeker een bezoekje waard. In 1832 werd een deel van het klooster omgevormd tot kazerne.
We vervolgen onze weg noordwaarts en steken de brug over. Op de linkerkant zien we de kathedraal liggen, maar we gaan rechtdoor, lichtjes naar beneden.
Recht voor ons zien we een gebouw met azulejos, maar dit is de kerk van S. Antonio. Het station São Bento ligt aan de rechterkant en is binnen versierd met reusachtige azulejos, die veldslagen uit de Portugese geschiedenis voorstellen.We gaan links van de kerk omhoog en komen op de Praça da liberdade. Op het einde van het plein valt het stadhuis onmiddellijk op, maar het hele plein is omringd door schitterende woningen, eerder paleizen, die rijkelijk zijn versierd.
De Igreja dos Clerigos werd gebouwd in het midden van de 18de eeuw in pure barokstijl. Het interieur van de ronde kerk is overdadig versierd. Ze werd gebouwd door de broederschap van de Clérigos, op de heuvel van de gehangenen, de plaats waar veroordeelde gevangenen werden begraven.
De Torre de Clerigos zie je van overal in de stad oprijzen. Een hoogte van 76 meter is misschien niet indrukwekkend, maar omdat hij ook op een heuvel staat is, is het uitzicht op de stad, op Vila Nova en de Douro toch wel indrukwekkend. In de verte zie je zelfs de oceaan liggen.
De kerk is gratis toegankelijk. Om de toren te beklimmen (200 trappen) moet je 3 EUR betalen en misschien wel een half uurtje of langer in de rij gaan staan. Onderweg naar boven passeer je de klokken.
De kathedraal ligt bovenop een heuvel aan de oevers van de Douro en ziet er een beetje uit als een versterkte vesting. Met de bouw werd begonnen in de 12de eeuw, maar hij werd verschillende malen herbouwd, vanwaar de mengeling van verschillende bouwstijlen. De voorgevel en het schip zijn voornamelijk romaans, het klooster en één van de kapellen zijn gotisch, de rest barok.
Het klooster werd gebouw in de 14de eeuw en is versierd met azulejos die scenes uit de Bijbel voorstellen. Voor een bezoek aan de kerk en het klooster betaal je 3 EUR. De meeste gidsen vermelden dat je enkel voor het klooster moet betalen, maar bij ons bezoek was de kerk gesloten en kon ze enkel bereikt worden via het klooster. Maar dit is best zijn geld waard.
Op het plein voor de kerk staat een kolom. Op deze plaats werden vroeger de veroordeelden opgehangen.
Op onze weg naar beneden doolden wij wat door de nauwe straatjes, zonder plannetje, maar eigenlijk de beste manier om de stad te ontdekken.
We kwamen nog langs het Palacio da Bolsa (Pátio das Nações en de magnifieke Arabische Salon) en de Igreja S. Francisco, maar verkozen door te stappen om aan de oevers van de Douro op een terrasje te genieten van een drankje en het mooie uitzicht.
Om de wijnhuizen te bezoeken, moet je in Vila Nova zijn. Langs de oevers van de Douro en in de achterliggende straatjes vind je allemaal : Sandeman, Calhem, Offley, Ramos Pinto en ook vele kleinere merken die bij ons niet bekend zijn.
Op de meeste plaatsen kan je de opslagplaatsen bezoeken, wat best indrukwekkend is. Wij kozen voor Ferreira, omdat deze gevestigd is in voormalig klooster. De rondleiding is indrukwekkend. Je ziet maar een derde van de opslagplaatsen, maar dat is goed voor honderden vaten gaande van enkele honderden tot bijna honderdduizend liter. Op het einde krijg je uiteraard een glaasje (of twee / drie) porto aangeboden.
De Zuidelijke oever van de Douro, Vila Nova de Gaia, is vooral gekend omwille van zijn tientallen portkelders. Onder het motto ‘eentje is geentje’ kan je er verschillende kelders bezoeken en heerlijke Porto proeven. Voor slechts 3 à 4 euro krijg je er al een rondleiding, inclusief proeverij.
Als 'wandeling langs kusten' kunnen we je een wandeling aanbevelen naar Espinho. Deze wandeling, met vertrek in Vila Nova, gaat over een speciaal aangelegd en goed begaanbaar pad van 15 kilometer langs de kust. Een GPX-track van het pad is beschikbaar in onze GPX-bib
Op onze website vind je al heel wat informatie waarmee je kan nagaan of Portugal echt een bestemming is waar jij wil naartoe gaan. Heb je beslist om te gaan, dan kan onze reisgids je verder helpen om je reis verder te plannen.
