Genua, de belangrijkste Italiaanse havenstad aan de Middellandse Zee, is één van de meest onderschatte steden van Italië. Als havenstad wordt ze makkelijk geassocieerd met industrie en bijhorende vervuiling. Genua stond ook op ons prioriteitenlijstje niet bovenaan, maar, na een eerste kennismaking in 2014, moeten we ons oordeel toch wel herzien. Het is misschien niet de meest propere stad - een likje verf zou op vele plaatsen al wonderen doen - maar wel één van de meest bruisende. En op cultureel vlak zijn er zoveel bezienswaardigheden dat je in Genua en directe omgeving minstens een week kan vullen. We geven hier dan ook enkel de eerste impressies weer van ons bezoek aan de stad, met enkele weetjes en tips die we te danken hebben aan onze gids Andrea, die ons in perfect Nederlands door de stad leidde.
Genua ligt aan de Ligurische Kust. De stad ligt geprangd tussen de zee en de achterliggende bergen. ‘Ruimte’ is altijd al een probleem geweest. Het centrum van de stad ligt rond de oude haven, waar nog steeds heel wat industriële activiteiten zijn. De haven zelf strekt zich verder uit naar het oosten. Over een afstand van bijna 20 kilometer wordt ze beschermd door een strekdam. Ten westen van de stad ligt de luchthaven van Genua, genoemd naar één van zijn bekendste inwoners, Christoffel Colombus.
San Pietro in Banchi
Beleg van Jeruzalem
Piazza Ferrari
Genua was al in de 11de eeuw één van de vier grote zeerepublieken van Italië, samen met Pisa, Amalfi en Venetië. Van 1339 tot 1797 werd Genua, naar Venetiaans voorbeeld, bestuurd door de ‘Dogen’. Deze werden gekozen uit de vooraanstaande families van de stad en bestuurden de stad telkens voor een periode van 2 jaar. Als teken van hun macht bouwden de families torens, vanwaar ze elkaar bijwijlen bestookten. Momenteel blijven er daarvan maar een vijftal meer over.
In 1408 ontstond in de stad de eerste ‘bank’, die gevestigd was in de Casa di San Giorgio, momenteel nog gelegen aan de Piazza Caricamento. De stad speeld ook een belangrijke rol in de strijd tussen Keizer Karel V en de Franse koning Frans I. Ze koos uiteindelijk de kant van de keizer, waardoor deze een belangrijke overwinning kon behalen op de Franse koning. Enkele Genuese bankiers werden daardoor belangrijke bankier van Keizer Karel, wat ook de speciale relatie van Genua met Spanje verklaart.
In de 16de eeuw gingen de bankiers zich hogerop in de stad vestigen. Er werd een geheel nieuwe wijk aangelegd, de Strade Nuove, met enorme paleizen.
In 1797 werd de stad ingenomen door de Fransen, onder leiding van Napoleon. Om de macht van de families te breken, werden op alle monumenten en gevels de wapenschilden van de families verwijderd. Dit is nu nog te zien op vele plaatsen. In 1815, bij het Congres van Wenen dat volgde op de nederlaag van Napoleon in Waterloo, werd Genua samengevoegd met het koninkrijk Sardinië. In 1870 werd Genua een onderdeel van het ééngemaakte Italië.
Op je wandeling door Genua zal je heel wat bouwstijlen tegenkomen. We geven hier enkele summiere kenmerken die je toelaten om de voornaamste stijlen te onderscheiden :
Een mooi voorbeeld van de verschillende stijlen vind je op de Piazza Caricamento. Het oudste gedeelte van het Castello di San Giorgio (gelegen aan de stadskant) is vooral opgetrokken uit baksteen. In de 16de eeuw werd het uitgebreid in renaissance-stijl en versierd met fresco’s. Op de voorgevel prijkt een fresco van Sint-Joris met de draak. Op de achterzijde van het gebouw staat een klein ‘barok’ element in de gevel.
Sint Joris is de patroonheilige van de stad. De vlag van de stad bestaat uit een Sint-Joriskruis : een rood kruis op een witte achtergrond. Dit is ook de vlag van Engeland, dat eveneens Sint Joris (Saint George) als patroonheilige heeft.
Soms zie je de vlag ook in combinatie met twee griffioenen (een mengeling van een leeuw met een adelaar.
In het hinterland van Genua liggen nog twee regionale parken, natuurgebieden die zeker voor wandelaars aantrekkelijk zijn.
Genua bereik je best met de trein. Vanuit Levanto en La Spezia zijn er talrijk semi-directe verbindingen naar Genua. Je kan afstappen in de Station Genova P. Principe of Genova Brignole.
Met de wagen raak je vrij gemakkelijk tot in het centrum via de strada sopraelevada Aldo Moro, een viaduct die de stad doorkruist van west naar oost en dwars door de haven loopt. Ook parkeren blijkt niet echt een probleem te zijn. In de omgeving van de Via Magazine del Cotone zijn er talrijke (betalende) parkings. We betaalden er zo’n 12 EUR voor 7 uur parkeren.
Afhankelijk van je interesses kan je kiezen uit volgend "menu", met "schotels" van telkens een tweetal uur :
In ons dossier vind je een eerste selectie, waarmee je alvast zelf aan de slag
Op onze website vind je al heel wat informatie waarmee je kan nagaan of Cinque Terre echt een bestemming is waar jij wil naartoe gaan.
Heb je beslist om te gaan, dan kan onze reisgids je verder helpen om je reis verder te plannen.
Onze reisgids
8 EUR
Wandelkaart
6 EUR
Brochure
6 EUR
Complete wandelgids
10 EUR
